maandag 31 mei 2010

Aalscholver in woonwijk Schollevaar



Ineens zie je hem dan. Of haar, maar dat is op dat moment om het even. Het is een grijze dag, weinig wind, regenkans 80%. Een compact camera aan je riem. Daar moet je het dan wel mee doen. Voorzichtig remmen en de fiets aan de kant. Het water is rimpelloos, een perfecte spiegel. De camera heeft een 12x optische zoom. Die is ook nodig. De afstand tot de vogel kan niet worden verkleind. Ik ben gespot. De vogel draait zijn kop onrustig in mijn richting. Inzoomen en kaderen. Over een bruggetje komt een vrouw gefietst. De vogel draait de kop in haar richting. Klik!
Panasonic DMC-TZ10 : f4.5 : 1/80s : 32mm (35mm eq 196mm) : ISO 125



De vrouw stapt af. "Dat is toch een aalscholver, meneer? Nou, dan zeg ik u dat het bijzonder is. Nee, niet de vogel, maar dat-ie hier zo tussen de huizen zit."
Voor de aalscholver is het blikveld nu te veel verstoord. Luid klapwiekend en watertrappelend vervormt de vogel het zo gladde, rimpelloze wateroppervlak.
Panasonic DMC-TZ10 : f4.0 : 1/320 : 10,3mm (35mm eq 63mm) : ISO 500



Maar voor de ogen van de twee toeschouwers op de kant tekent zich een prachtig lijnenspel af. Er ontstaat een spontaan waterverfschilderij dat aan de wand niet zou misstaan. Het is alsof de vogel zich van dat moment bewust is. Verbeelden we het ons of is er iets in zijn houding als van: "Zo, doe mij dat maar eens na!"
Panasonic DMC-TZ10 : f4.9 : 1/100 : 49.2mm (35mm eq 379mm) : ISO 800

zondag 30 mei 2010

Afscheid bij een afscheid en ... een nieuw begin

Eerder dan moeder afscheid nam van haar onderkomen in het zorghotel - nou ja eerder, een dag eerder - kon zij aanwezig zijn bij het afscheid van haar jongste zoon als meester (machinist) bij de Nederlandse Spoorwegen. Dat hield in dat zij het eigen afscheid van de tafelgenoten/medebewoners uit het zorghotel een dag naar voren moest schuiven. Dat leverde achteraf wat situaties met een glimlach om de verwarring op. In het zorghotel is het adagium bij de achterblijvende senioren toch als-je-afscheid-neemt-ga-je-weg'. Dat moeder de volgende twee dagen zich nog steeds in de (wandel)gangen van het zorghotel ophield, leidde tot verbazing en opmerkingen als: "Ja, maar je was toch al weg?", "Ben je nog niet weg?", "Ben je al weer terug?".


Vrijdag 21 mei stond in het teken van het afscheid van zoon Wout van de NS na zo'n 40 jaar onafgebroken dienst als machinist, of zoals dat bij de spoorwegen heet: meester. Moeder vond het in vroeger jaren altijd prachtig: ze had twee zonen die 'meester' waren maar die niet hetzelfde beroep uitoefenden.
Het afscheid van Wout was georganiseerd rond een 'eerste reis van achteren af' van Vlissingen naar Roosendaal v.v. Voor de naaste familieleden, enkele dierbare bekenden en collega's en vele op die dag van juist die trein(en) gebruik makende anonieme reizigers was dat letterlijk en figuurlijk de allerlaatste treinreis met Wout 'op de bok'.

Voordat hoofdconducteur Rosita het vertreksein gaf, kon moeder het domein van meester Wout nog even bewonderen. En laten we wel zijn, voor iemand die haar eerste reizen per stoomtrein maakte, waarbij het fluitsignaal van de trein door het trekken aan een ketting fluitketelsnerpend door merg en been ging, was de cabine van de machinist anno 2010 met al z'n knoppen en elektronica van een hoogst onbegrijpelijke orde. Maar hoewel die cabine niet bepaald geschikt is voor de minder valide medemens om te betreden, werd moeder zonder al te veel moeite over de opstap de ruimte ingetild waar zij, zittend op een klapstoeltje de voorbereidingen van de meester op de komende rit kon gadeslaan. Voor de 'argeloze' reiziger, geïndoctrineerd door het credo dat je van het openbaar vervoer en de trein in het bijzonder nooit op aan kan, werd vrijdag 21 mei 2010 om 13:50 een welhaast sacraal moment.
Stipt zoals stipt hoort te zijn, verrichtte de meester, na het fluiten van de hoofdconducteur, de handelingen die de Intercity naar Amsterdam in beweging zette. En zo snelde de trein, zonder opvallend 'kedengedeng', door een zonovergoten Zeeuws landschap via de verschillende stations naar Roosendaal. Na een kort oponthoud op het station van Roosendaal aanvaardde het gezelschap de terugreis naar Vlissingen. En ook nu weer bleek Wout de meester. Tijdstippen van vertrek uit Roosendaal en aankomst in Vlissingen verliepen strak volgens de dienstregeling.


In een van de bijgebouwen van het station in Vlissingen werd vervolgens een afscheidsreceptie gehouden. Ondanks het mooie weer, het begin van een weekend, mensen die in de afgelopen weken al eens afscheid hadden genomen, werd de receptie druk bezocht. En was moeder terecht een blijde en trotse moeder tijdens al die lovende woorden die ter gelegenheid van Wout's afscheid werden uitgesproken. Een bijzondere 'jongen', dat was-ie en dat is-ie, collegiaal en loyaal - en zeker niet in de laatste plaats naar de werkgever - tot op het bot en niet te vergeten: hofleverancier van uitermate bijzondere verhalen en onderhoudende vertellingen, vol humor en speelse werkelijkheid. Het was voor de aanwezigen een opwekkend afscheid waarbij een mogelijk enkele opkomende traan in aanstekelijke vrolijkheid volledig werd geabsorbeerd.
Voor de al eerder genoemde naaste familieleden en dierbare bekenden werd de ceremonie beëindigd met een kostelijke Chinese maaltijd.


De daarop volgende zaterdag verhuisde moeder vanuit het zorghotel terug naar huis. Echter in de wetenschap dat dit verblijf van korte duur zal zijn. Diezelfde week kwam in een onderhoud met de maatschappelijk werker ter sprake dat er toch een appartement voor haar was vrijgekomen. Over die beslissing hoefde niet lang te worden nagedacht. En in plaats van na te denken hoe alles er na de verhuizing uit zou moeten zien, kon moeder's levendige geest zich bezig gaan houden met de inrichting en de definitieve verhuizing naar een appartement in Ter Reede aan de Vredehoflaan in Vlissingen. Een afscheid ... met een nieuw begin. Maar daarover in een volgend hoofdstuk meer.